Crisisbestendige ouderenzorg bij Pieter van Foreest

20 November 2018In de ouderenzorg heeft een verstoring van de zorgcontinuïteit al snel een grote impact. Een crisis in een ouderenzorginstelling raakt een kwetsbare en minder zelfredzame groep mensen die sterk afhankelijk zijn van het zorgpersoneel en de faciliteiten die de instelling biedt. Ouderenzorginstelling Pieter van Foreest in Delft en omgeving bereidt zich daarom, met begeleiding van Trimension, voor op crisissituaties.

Of het nu gaat om een brand, stroomuitval of een IT-storing; het belangrijkste is dat Pieter van Foreest de zorg voor de cliënten zo snel mogelijk kan voortzetten op een goede manier en het liefst ook dicht bij huis. Met dit doel wordt op locatieniveau getraind, naast de jaarlijkse crisisoefening voor het directie- en managementteam. Medewerkers van de locatie krijgen inzicht in het interne en externe netwerk tijdens een crisis en leren vervolgens hoe ze onder hoge druk en met gebrek aan informatie toch effectief besluiten kunnen nemen in samenwerking met elkaar.

In de trainingen van dit najaar zien we deelnemers die zichzelf kwetsbaar durven opstellen en openstaan voor elkaars feedback. Het resultaat van deze houding: stapsgewijs komen echte knelpunten aan het licht waar concrete verbeteringen aan gekoppeld kunnen worden. Daarnaast komt het zorgcontinuïteitsplan meer tot leven, omdat deelnemers visualiseren hoe je het optimaal inzet in de praktijk. Een niet onbelangrijke bijvangst voor de deelnemers is volgens hen dat de training positief bijdraagt aan de cohesie in het team.

Mark Leonard van Pieter van Foreest vindt het belangrijk dat zowel op centraal als op locatieniveau over crises wordt nagedacht. Zijn inzicht naar aanleiding van de trainingen: “Het is heel mooi om te zien dat de crisisteams wel van aanpakken weten! Je merkt dat door de trainingen de samenwerking tussen de leden onderling en tussen de teams beter wordt. Het vertrouwen dat wij als Pieter van Foreest een crisis kunnen oplossen was al aanwezig, maar door de trainingen is dit nog meer gegroeid”.